Met de sluitingsceremonie van de Paralympics 2012 zal de rust in Londen terugkeren. De stad heeft een prachtig visitekaartje afgegeven en zal nog jaren napraten over ‘haar’ Spelen. Ondertussen zijn we in Nederland al bezig met wat wellicht ‘onze’ Spelen kunnen worden: Amsterdam 2028. Eind augustus hoorde ik tijdens de opening van een Summerschool de voorzitter van de branchevereniging voor de levensmiddelenindustrie (FNLI) de volgende woorden uitspreken: “Wij streven ernaar in 2028 ruim 10.000 sporters te voorzien van excellente voeding”. Je zou dus kunnen zeggen dat ‘het’ leeft. Maar in welke kringen eigenlijk?
Grote sportevenementen zijn bij uitstek momenten waarop invloedrijke mensen zich uitlaten over de (sport)toekomst van Nederland. Zo ook tijdens de Spelen in Londen. Kroonprins Willem Alexander zei in een interview positief tegenover een Nederlandse kandidatuur voor de Zomerspelen van 2028 te staan. Als trots IOC-lid had hij het meerdere malen over het creëren van draagvlak en het denken in mogelijkheden. Echter, in aanloop naar de verkiezingen horen we de politiek (te) weinig over sport. De bevolking is nog aan het bijkomen en nagenieten van de sportzomer maar politici lijken veel te druk met hun campagnes en bijbehorende thema’s. Moeten we hier conclusies aan verbinden? Is het opmerkelijk te noemen na een sportzomer of juist terecht ondergeschikt gemaakt? Zonder politieke steun geen Spelen dus belang is er zeker.
Amsterdam is inmiddels voor 2028 aangewezen als ‘naamstad’ en Rotterdam heeft daarmee het label ‘partnerstad’ ontvangen. Rotterdam heeft de lobby dus verloren maar welke slagen zou de stad nog wel kunnen winnen? Deze week kondigde het bestuur van voetbalclub Feyenoord aan dat het een stap dichterbij een nieuw stadion is. Dit stadion moet ruimte bieden aan 63.000 toeschouwers en hiermee De Kuip vervangen. Afgelopen zondag werden bij Studio Voetbal beelden van De Kuip getoond. Deze beelden zijn wat mij betreft verder te trekken naar de beleving die Olympische stadions teweeg zouden moeten kunnen brengen.
Maar met alleen een stadion en steun van de kroonprins komen er we niet. We zullen moeten lobbyen en veel moeten organiseren de komende jaren. Een prachtig voorbeeld van een initiatief: de Amsterdam City Swim 2012. Een zeer divers startveld van ruim 1100 deelnemers dook onlangs de Amsterdamse gracht in voor het goede doel. Stel nu eens dat we dit doorvertalen naar de open water wedstrijd in 2028. Zwemmers van wereldklasse die door de Amstel ‘zweven’ terwijl ze worden toegejuicht door supporters vanaf het dak van het Amstelhotel. Hoe idyllisch willen we het hebben?
Back to reality. Tijdens mijn vakantie vroeg ik mijn reisgenoten naar hun mening omtrent de potentiële kandidatuur voor 2028. Een redelijk cruciale vraag, want zij zijn namelijk de gewone burgers die draagvlak moeten gaan vormen. Nog in de ‘flow’ van de sportzomer, waarin hun Olympische gevoel was aangewakkerd door onder meer Epke Zonderland, zag ik weinig gevaar in hun antwoord. Ik gaf een korte toelichting over wat de Olympische Spelen zouden kunnen betekenen voor ons land, onze economie, onze naam in de huidige wereld. Vol trots vertelde ik dat Madrid in 2013 voor de derde keer mee zal strijden in de Olympische bid. Het land zou het succes en het saamhorigheidsgevoel van de Olympische Spelen van Barcelona ’92 graag opnieuw meemaken en wil er helemaal voor gaan.
Wat hun reactie was? Ze vroegen direct naar het kostenplaatje. Of ik vergeten was dat we in een crisis zitten. Typisch of realistisch?
Zonder draagvlak geen Olympische Spelen. Er is nog een hoop werk te verzetten voordat de Olympische ringen in Nederland rond zullen zijn. Let’s get it started!