“Wat? Dan spelen we straks helemaal niet meer mee in Europa…” Dat is de reactie van studenten op een slide die toont dat alle Belgische en Nederlandse eerste klasse ploegen samen vanaf volgend seizoen evenveel aan uitzendrechten verdienen als de ploeg die in de Engelse Premier League degradeert. Dat onze voetbalploegen uit België en Nederland al een tijdje niet meer meetellen op het hoogste niveau is al langer duidelijk. De laatste Europese titels uit de Lage Landen dateren van Feyenoord in 2002, Ajax in 1995 en KV Mechelen in 1988. Maar dat de grote schokgolf die ons helemaal kan uittellen om de hoek staat, dat beseffen velen nog niet.
Volgend seizoen ontvangen de Premier League-ploegen samen 2,3 miljard euro aan uitzendrechten. 202 miljoen gaat naar de kampioen, maar ook de laatste in de stand krijgt 133 miljoen euro. En dan hebben we het alleen nog maar over inkomsten uit uitzendrechten. Een harde realiteit die andere topcompetities als de Spaanse Liga of Duitse Bundesliga ernstig zorgen baart en die ook voor onze competities vergaande gevolgen kan hebben. Een groep Belgische sportmanagement studenten van VIVES Hogeschool Brugge en Nederlandse studenten van SPECO (Fontys Economische Hogeschool Tilburg) gingen de uitdaging aan om oplossingen te zoeken.
Hervormingen
Dat het zo goed gaat met de Premier League is niet toevallig. De verschillende hervormingen die tijdens de jaren 90 het Engelse voetbal terug op de kaart moesten zetten, hebben hun vruchten afgeworpen. Die hervorming was nodig. Want ruim twintig jaar geleden zag de toekomst er niet goed uit voor een competitie die vooral om haar hooligans bekend stond en die niet langer kon concurreren met de Italiaanse of Spaanse eerste klassen. Niet in het minst bleek de keuze om een spannende competitie na te streven bepalend.
Leicester City
In de Premier League is het niet zo is dat enkele topclubs boven alle andere uitsteken. Dat toont ook Leicester City aan. Een team dat vorig jaar nog tegen de degradatie vocht, slaagt er nu in helemaal bovenaan de rangschikking te staan. Dat zegt iets over de competitiviteit van alle teams uit deze competitie. Het gevolg is dan ook heel wat aantrekkelijke wedstijden. En daar begint het allemaal. Want mooie en spannende wedstrijden lokken supporters naar het stadion en zorgen voor meer kijkers voor de buis. De interesse van sponsoren en allerlei bijkomende inkomsten volgen. De ploegen uit de Premier League zijn dan ook goed voor maar liefst 40 procent van alle sponsorinkomsten die omgaan in de zes grootste voetbalcompetities. Al die inkomsten zorgen voor de mogelijkheid om beter spelers aan te kopen en zo blijft de bal succesvol verder rollen.
Wagonnetje aanhaken
De Premier League is dus een goed voorbeeld van hoe je een competitie terug sterk kan maken. Maar waar begint het allemaal? Wat is de kip en het ei? Het succes van een competitie hangt van vele zaken af. Maar kunnen wij Belgen en Nederlanders sowieso er nog in slagen als kleine landjes om toch nog ons wagonnetje aan de snel razende trein van de grote landen te koppelen? Dat we kleine landen zijn, is natuurlijk iets waar we niet veel aan kunnen veranderen. Wanneer we bekijken hoeveel toeschouwers per 10.000 inwoners er in onze Lage Landen de voetbalwedstrijden bijwonen van de Eredivisie en de Jupiler Pro League, dan doen we het echter best goed. 104 toeschouwers per 10.000 inwoners in Nederland voor de Eredivisie en 85 in België voor de Jupiler Pro League. Er is dus wel degelijk een grote interesse voor voetbal in onze landen.
BeNe League
Om daar ook meer inkomsten uit te krijgen moeten we het echter gaan zoeken bij de manier waarop we onze competities organiseren. In eerste instantie duikt dan steeds het verhaal van een BeNe League op. Een eerste poging tot het samenbrengen van onze beide competities bleek niet succesvol in het vrouwenvoetbal. Een gebrek aan interesse bij supporters, sponsoren en media was ongetwijfeld een belangrijke factor, maar vooral het nog te grote verschil in niveau tussen de competities zorgde voor een onvoldoende spannende strijd. Dat de hoogste divisies van ons herenvoetbal ondertussen wel een gelijkwaardig niveau hebben (in de UEFA-ranking staat België net boven Nederland) is misschien een kans om nu wel een poging aan te gaan om samen te werken. Volgens de studenten zijn daarbij meerdere mogelijkheden om stap voor stap het water op te warmen zodat we gaan wennen aan een dergelijk samenwerkingsverband.
China
Eén van deze mogelijkheden is het invoeren van een gezamenlijk (extra) bekertoernooi naar het model van de League Cup in Engeland. De winnaar van dit bekertoernooi plaatst zich rechtstreeks voor de Europa League in het voorstel van de studenten. Een ander idee is een gemengd play-offs systeem waarbij de eerste vier ploegen van beide competities het tegen elkaar opnemen. Deze extra wedstrijden brengen geld in het laatje en de winnaar mag zich tot kampioen van Nederland en België kronen. Nog een idee wat het onderzoeken waard is, zijn samenwerkingsverbanden op voetbaltechnisch gebied tussen Belgische en Nederlandse clubs. Maar studenten denken ook graag groter. Een markt als China ligt voor onze competities open. Waarom niet alle teams uit België en Nederland verplichten om minimaal één Chinese sterspeler op te stellen zodat Chinese voetballiefhebbers massaal belangstelling krijgen voor onze competities? Een commercieel aantrekkelijk idee!
In één middag werden nog veel meer goede ideeën geboren. We delen deze graag met de KBVB en de KNVB. We doen tevens een beroep op beide bonden om hun handen ineen te slaan. De Belgische en Nederlandse studenten gaven alvast het goede voorbeeld!
Dit artikel is tot stand gekomen met medewerking van Pieter Marechal (docent media bij SPECO (Fontys Economische Hogeschool Tilburg))
