Tijdens het Sport & Media Nieuwjaarsdiner begin dit jaar gingen Barbara Barend, Dione de Graaff en Mascha de Jong op zoek naar het antwoord op de vraag: 'Waar blijven de vrouwen in de sportjournalistiek?'. Dat onderwerp heeft mij dit jaar bezig gehouden.
In Women's Next schrijven Suuz Amijs en Anouk Dijkhoff over zaken die hen opvallen in de vrouwensport. Welke ontwikkelingen vinden er plaats en welke trends zijn waarneembaar? Suuz en Anouk praten je helemaal bij!
Van de 700 perskaarthouders in Nederland waren er begin dit jaar maar 25 vrouwelijke sportjournalisten en 4 vrouwelijke sportfotografen. Waar Barend pleit voor meer focus op opleidingen, gaf De Jong aan dat het vak moeilijk te combineren is met haar privéleven. De meest interessante opmerking die avond kwam uit de zaal, van Diana Kuip, die zich afvroeg óf er wel zoveel vrouwen zijn die in de sportjournalistiek willen werken. Die vraag is mij het hele jaar bijgebleven. Want niet alleen in de sportjournalistiek zijn er weinig vrouwen, ook binnen de sportmarketing, sportbesturen en sportbonden is het aantal vrouwen nog steeds flink in de minderheid. Waar komt dat door? Wat kunnen we daar gezamenlijk aan doen en moeten we daar wel iets aan doen?
Er is afgelopen jaar veel geschreven over de vrouwen in sport. Met name over alle sportprestaties van de Nederlandse vrouwelijke atleten op de grote toernooien. Dat merkte je ook aan de discussie naar aanleiding van de nominaties van de sportvrouw van het jaar verkiezing. Eigenlijk is die keuze onmogelijk, omdat er zoveel bijzondere en knappe prestaties zijn geleverd. De media kunnen niet meer om deze vrouwen, die zichzelf nadrukkelijk in de spotlights hebben gezet, heen. Maar hoe zit dat achter de schermen?
De laatste jaren is er verschillende keren onderzoek gedaan naar de aantallen vrouwen in sportorganisaties en sportbesturen. Het streven van minimaal 30% wordt lang niet gehaald, op een enkele sportbond na. Maar er wordt wel volop ingezet, zo valt ook te lezen in het sportakkoord. Ook partijen als het IOC en FIFA hebben hier op ingezet, om meer gelijkheid te creëren.
Eén van de meest gehoorde argumenten waarom er zo weinig vrouwen werkzaam zijn in de sport, is dat vrouwen minder ambitieus zijn en minder tijd hebben of vrij willen maken. Op zich geen slecht argument, want ik denk dat dat stiekem ook best zo is. Al zullen de meeste vrouwen het niet hardop uitspreken. En daarbij, hoeveel vrouwen ken jij in je omgeving die dagelijks bezig zijn met sport? Kom je dan wel op die 30% uit?
Volgens mij moeten we ons gezamenlijk minder vastklampen aan een percentage. Uiteraard ben ik voorstander van meer vrouwen op top- en/of bestuurlijke functies in de sport, maar dan wel vanwege kennis en kunde en niet doordat ze toevallig vrouw zijn. Want we kunnen dit met zijn allen wel willen, maar die vrouwen moeten er ook zijn. Dat is en blijft natuurlijk een kip-ei verhaal. Want zijn die vrouwen er niet omdat er onvoldoende kansen zijn? Of heeft de sport simpelweg hun interesse veel minder.
De sportwereld is vooralsnog een mannenwereld, het enige dat we daaraan kunnen doen, is de voorwaarden zo gunstig mogelijk maken voor vrouwen om de sport in te gaan. En daar ligt nog best wat werk.
Volgens mij moeten we daarvoor de volgende vijf zaken aanpakken:
De sportwereld van jongs af aan aantrekkelijker maken voor meiden/vrouwen. Wat we kennen van het veld geldt ook voor daarbuiten. Gelijke kansen creëren. Vanaf de middelbare school moet het al duidelijk zijn dat alle sportgerelateerde opleidingen net zo geschikt zijn voor meiden als voor jongens. Les van vrouwelijke (gast) docenten, oud-leerlingen die komen inspireren en dat in combinatie met een gedegen marketing strategie vanuit die opleidingen.
Niet alleen op school, ook thuis en op de sportclub moet dit gestimuleerd worden. Een sportopleiding is geen opleiding voor alleen jongens, net zoals een verpleegopleiding niet alleen voor meiden is.
De nieuwe generatie vraagt om nieuwe rolmodellen. Niet alleen (ex)atleten, maar juist de vrouwelijke medewerkers bij merken, bureaus, bonden en in de media kunnen fungeren als ambassadeurs van de sport. Zo keek (en kijk) ik nog altijd op naar Dione de Graaff, maar die was dan ook altijd zichtbaar. Nieuwe media vraagt om nieuwe manieren van jezelf te presenteren. Hoe kun jij als vrouw in de sport de nieuwe generatie inspireren om te kiezen voor het mooiste vak dat er is?
Vrouwen mogen zichzelf wel wat meer laten zien. Het is een beetje vrouw eigen om eerder bescheiden op de achtergrond plaats te nemen dan op het podium te klimmen. Wat mij betreft mag dat per direct veranderen. Jouw verhaal is net zo interessant en mag dus vertelt worden.
Of je dat nu doet via social media, als spreker of door een interview te geven. De eerstvolgende keer als je manager vraagt wie dit wil doen, ben jij de eerste die haar hand opsteekt, deal?
Punt 3 is makkelijker gezegd dan gedaan. Een podium pakken doe je niet zomaar, daar heb je ook hulp bij nodig. Geef jouw vrouwelijke collega eens wat vaker het podium. Help bij een goede voorbereiding, geef feedback en zorg dat het onderling gelijk verdeeld is op de werkvloer. Ja mannen, jullie mogen soms dus best eens een stapje terug doen.
Dat kunnen we goed in Nederland. Zeuren over waarom iets zo is in plaats van het te veranderen. Kun je het veranderen? Doe het dan. Lukt dat niet. Zeur dan niet. Dus als jij wil dat er meer vrouwen in een bestuurlijke functie dienen te komen, bedenk dan wat jij daaraan kan veranderen. Wil jij als vrouw gehoord worden en ambieer jij een topfunctie binnen een sportorganisatie? Zoek dan hulp om die ambitie kracht bij te zetten.
Laten we stoppen met onderzoeken dat er te weinig vrouwen zijn en minder focussen op die 30 procent. Laten we aan de slag gaan om voldoende mogelijkheden te creëren, zodat we later kunnen zeggen; er waren kansen genoeg. Dan is het aan ons vrouwen om ze te grijpen.