In Women's Next schrijven we over zaken die ons opvallen in de vrouwensport. Welke ontwikkelingen vinden er plaats en welke trends zijn waarneembaar? Vandaag een speciale gastbijdrage van Jill Eekhart, werkzaam bij Nyenrode Business Universiteit en voorzitter van de Amsterdamse voetbalvereniging DVVA. Zij reageert op de stelling: 'De benoeming van Anneke van Zanen als voorzitter van NOC*NSF is een teken dat de tijden in de sportwereld definitief veranderen. In 2019 verwacht ik veel meer diversiteit in sport- en bondsbesturen te zien.'
"Laat ik vooropstellen dat ik de voorgestane benoeming van Van Zanen toejuich. Het is pas de tweede keer in de historie van NOC*NSF dat een vrouw de voorzittershamer zal zwaaien. Erica Terpstra ging Van Zanen voor in de periode 2003-2010. Toch ben ik het niet eens met deze stelling. Het is een irreële verwachting dat de benoeming van Van Zanen al in 2019 een verschil gaat maken.
Sinds twee jaar ben ik voorzitter van mijn voetbalvereniging csv DVVA in Amsterdam. Binnen de vereniging waren de geluiden positief over mijn benoeming; niet vanwege het feit dat ik vrouw ben (en de eerste vrouwelijke voorzitter van de vereniging die inmiddels 88 jaar bestaat), maar omdat mensen het vertrouwen hadden dat ik de club goed zou gaan leiden.
Toch besefte ik al snel dat het voor de buitenwereld bijzonder was. Er volgden interviews in het AD (“Ik ben voorzitter, geen voorzitster”) en De Telegraaf ('Jill staat haar mannetje'). Titels die al direct aanhaken op stereotype beeld dat mannen de scepter zwaaien in de bestuurskamer. En ik vroeg mij af: is wat ik doe nou echt zo bijzonder? In 2017 was slechts een kleine vier procent van alle voetbalvoorzitters vrouw. Sindsdien ben ik mij meer bewust van de achterlopende positie van vrouwen in (sport)besturen en ben ik mij er mee in gaan verdiepen.
Cijfers helpen om een beeld te vormen dus ben ik op zoek gegaan naar cijfers over vrouwen in sportbondsbesturen. In 2018 deed het Mulier Instituut onderzoek naar het aandeel vrouwen in sportbondsbesturen. De kop op de homepagina: "Aandeel vrouwen in sportbondsbesturen blijft achter." Het artikel vervolgt: “ondanks de toegenomen (inter)nationale aandacht voor het belang van meer ‘diversiteit’ en een meer democratische man/vrouw verdeling, steeg juist het aandeel bonden zonder enige vrouw in hun bondsbesturen: één op de drie bonden heeft een bondsbestuur met alleen mannen.”
Niet echt een rooskleurig beeld dus. Eind februari van dit jaar publiceerde het Mulier Instituut nog nieuwe resultaten van een lopend onderzoek over diversiteit in sportbesturen. Dit onderzoek betreft niet alleen sportbonden maar ook sportverenigingen. Daar is het aandeel vrouwen in bestuurlijke functies hoger dan bij bonden. Namelijk 29 procent versus 20 procent. Opvallend daarbij is dat verenigingen aangeven geen specifiek beleid te hebben op diversiteit. Werving van bestuurders is al lastig genoeg, is de overheersende gedachte.
Terug naar de stelling: Daar ben ik het als gezegd niet mee eens. Dat ligt niet aan de benoeming van Van Zanen an sich, maar met name aan de tijdsindicatie die wordt gegeven. Het aandeel vrouwelijke bestuurders in Nederlandse sportbonden ligt al jaren rond de 20 procent en is ook de afgelopen jaren niet gestegen.
Het is daarom een irreële verwachting dat de benoeming van Anneke van Zanen daar in één jaar tijd verandering in kan brengen. Maar ik geloof wel dat Van Zanen in haar rol als voorzitter van NOC*NSF een verandering op gang brengen.
Lange tijd heerste de gedachte dat het beoefenen van sport schadelijk was voor vrouwen. De KNVB erkende vrouwenvoetbal zelfs pas in 1971, terwijl al jaren door vrouwen werd gevoetbald. Zij hadden ondertussen hun eigen bond opgericht. Voor vrouwen is wielersport pas sinds 1984 een olympische discipline, terwijl de mannen als sinds het einde van de negentiende eeuw op jacht konden naar olympisch wielergoud.
En afgelopen weekend zijn de W-series gestart: “The ground-breaking women's racing series with a serious ambition: to change the face of motorsport. Quite literally.” Want ondanks de populariteit van motorsport is het aandeel van vrouwelijke coureurs tot een minimum beperkt gebleven. In de 68-jarige geschiedenis van de Formule 1 zijn bijna 1.000 Grand Prix-races gereden door bijna 900 rijders, waarvan 2 vrouwen.
Als je het zo bekijkt, is het helemaal niet vreemd dat het aandeel van vrouwen in leidinggevende functies in de sport nog beperkt is. Er zijn nog genoeg ontwikkelingen mogelijk; onlangs heeft in Frankrijk de eerste vrouwelijke scheidsrechter een voetbalwedstrijd gefloten op het allerhoogste niveau. En de eerste vrouwelijke coach in het mannenvoetbal moet nog opstaan (of een kans krijgen?).
Waarom deel ik dit allemaal? Verandering vergt tijd. En die tijd heeft Anneke van Zanen nu bij NOC*NSF. Tijd om een visie te ontwikkelen, deze uit te dragen en daar beleid op te maken. In een recent interview in De Volkskrant van 19 april jl., stipte ze het zelf ook al aan:
“Bestuurlijk heb ik de hoop dat vrouwen zien dat ze iets kunnen toevoegen en dat ze die stap zetten. Dat is nu mondjesmaat. Bij NOCNSF hebben we gek genoeg meer vrouwen dan mannen in het bestuur, Annette Mosman, Irene Eijs, Hinkelien Schreuder, Rinda den Besten en ik. Het is 5 om 2 nu. Maar naar vrouwelijke bondsvoorzitters moet je al zoeken. Bij de gymnastiekbond Monique Kempff, bij de sportvissers Marjan van Kampen en Francisca Ravestein gaat weg bij het basketbal. Ik ben iemand die zijn vinger durft op te steken en ben nu een boegbeeld. Ik ben een voorbeeld, hoop ik. Maar ik ben niet van de ene sekse die de andere overheerst. Ik wil balans. Genderbalans. En prestatief weet je dat de vrouwen zich niet zullen inhouden. Bestuurlijk mogen er wel wat bij.”
Wellicht is de tijd rijp om een voorbeeld te nemen aan de Britse en enkele Scandinavische sportbonden en streefcijfers in te stellen om het aandeel vrouwen in sportbesturen te verhogen.
Waar de benoeming van Van Zanen ook toe kan leiden, is dat zij andere vrouwen inspireert en als voorbeeld dient. Daarmee het (onbewuste) denken over vrouwen in sport een positieve richting te sturen en zo zorg dragen voor meer balans in de toekomst. Ik geloof in rolmodellen; enerzijds omdat iedereen een voorbeeld of bron van inspiratie nodig heeft. Anderzijds omdat er altijd mensen nodig zijn die traditioneel denken en bestaande verhoudingen durven te doorbreken. En daarin is Van Zanen niet de enige.
Rolmodellen van krachtige vrouwen in de sport zijn er absoluut. Vanuit mijn werk heb ik de afgelopen anderhalf jaar kennis mogen maken met verschillende vrouwen in leidinggevende of bestuurlijke posities in de sport: Marijke Fleuren, Marieke van der Plas, Hélène Fobler, Monica Visser, Simone Volmer, Tjienta van Pelt en Esther Vergeer. Stuk voor stuk krachtige vrouwen die in (inter)nationale sportbesturen of directiefuncties in de sport actief zijn.
En over rolmodel gesproken: Susan Lenderink wordt eind 2019 financieel directeur bij Ajax. Dat is al één vrouw extra in de sportbestuurskamer. Yes, she can!"
Lees ook de eerste gastbijdrage in de rubriek Women's Next van Eefje Kievits:
Headerfoto: Ronald van Dam Fotografie Deventer