Wat is winnen nog waard?

In topsport draait alles om winnen. De drie punten binnenslepen. Als eerste over de streep komen. “Zolang er maar gewonnen wordt, zijn we tevreden” en “Het resultaat is heilig, dat is het enige dat telt.” Van dit soort uitspraken schrikken we allang niet meer. Sterker: we horen ze ieder sportweekend. Van atleten, trainers, managers en analisten. Eigenlijk is dat best gek. Want topsport is onderdeel van de entertainmentindustrie. Het bestaansrecht van topsport is gekoppeld aan mensen die het willen consumeren. Waarom vinden we het leuk om naar topsport te kijken? Omdat we willen genieten van mensen die dingen doen die we zelf niet (zó goed) kunnen én omdat we geen idee hebben wat er staat te gebeuren. We willen verrast worden. Maar is dat in de sportwereld van vandaag nog wel de realiteit?

In de huidige tijd is topsport vooral interessant voor mensen die een emotionele band hebben opgebouwd met de atleet of het team: de fans. Fans zijn fantastisch. In geen enkele andere entertainmenttak zien we zo’n sterke betrokkenheid. Maar fans zijn niet helemaal (of eigenlijk helemaal niet) objectief. Als het resultaat aan het einde van de wedstrijd positief is, is het verloop van de wedstrijd snel vergeten. Fans zijn eraan gewend geraakt dat de uitslag voor het overgrote deel bepaalt of ze een leuke middag hebben beleefd. Voor de échte, neutrale liefhebber van de sport – en dat zijn er altijd meer dan dat er fans van één atleet of club zijn – is het totaal niet relevant wie er wint. Die wil vermaakt worden en anders zapt hij weg. Volkomen logisch.

Heel af en toe is daar iemand die opkomt voor het belang van vermaak. Johan Cruijff zei: “Sport is voor het publiek gemaakt. Je hebt zowel kwaliteit als resultaat nodig. Goed spelen zonder resultaat is zinloos, maar resultaat zonder kwaliteit is saai.” Klinkt nobel natuurlijk, maar bij hoeveel sporters en sportteams staat het vermaken van de mensen die een kaartje kopen nu écht op gelijke voet met het resultaat?

Het antwoord is: heel weinig. En dat is niet raar. Want het systeem dat we met elkaar hebben gecreëerd is nadrukkelijk gericht op de einduitslag en laat vermaak totaal buiten beschouwing. Punten, titels en daarmee geld en privileges, zijn direct en volledig gekoppeld aan resultaat. Alles wat mooi is aan sport – zoals lef, bravoure en creativiteit – staat hiermee onder druk. Want als je baan op het spel staat kies je als coach liever voor kleurloze zekerheid dan voor grillig talent. Ook al weet je diep van binnen dat die tweede categorie voor toeschouwers vele malen leuker is om naar te kijken.

Winnen versus entertainen

Als winnen belangrijker is geworden dan entertainen – en zo eerlijk moeten we zijn – dan hebben we een probleem. Geen probleem van vandaag of morgen – ontelbare mensen genieten van sport, stadions zitten vol en lang niet in iedere sport speelt al het bovenstaande evenzeer. Maar wel een probleem van de nabije toekomst. Nieuwe generaties hebben namelijk minder en minder interesse in sport. Er zijn immers steeds meer alternatieven en het aanbod sluit steeds minder goed aan op hun behoeften (kort, snel, spectaculair). Vraag maar eens aan je kind uit Generatie Z of Alpha wanneer ze voor het laatst een volledige sportwedstrijd hebben gekeken. Sommige sporten zijn saai en voorspelbaar geworden. Je weet doorgaans al wie er met de winst vandoor gaat. Dat is misschien leuk voor je goksaldo, maar ook een reden om vroegtijdig af te haken. En als het publiek afhaakt, haken op den duur ook de media en sponsoren af.

"Als winnen belangrijker is geworden dan entertainen – en zo eerlijk moeten we zijn – dan hebben we een probleem"

Daarentegen wordt de overload aan sport content momenteel alleen nog maar groter. Nieuwe broadcasters en streamingsdiensten dienen zich in rap tempo aan en de uitzendrechten zijn zo duur geworden dat de rechtenhouder alle zeilen moet bijzetten om winstgevend te kunnen zijn. Het vermogen om je als atleet, club of sport in z’n geheel te kunnen onderscheiden is belangrijker dan ooit. Denken dat het wel losloopt op de manier zoals het al decennia lang gaat, zonder iets te veranderen, is een groot risico.

Druk

De laatste en wellicht meest onderbelichte vraag is of de druk die winnen met zich meebrengt wel het beste in een sporter naar bovenhaalt. Het gesprek over mentale problemen in de topsportwereld wordt gelukkig meer gevoerd dan vroeger. In de podcast ‘DRUK’ (aanrader!) spreekt Erik Dijkstra met de grootste kampioenen van Nederland over wat prestatiedruk met hen doet en heeft gedaan. Twee interessante conclusies: de beste prestaties die sporters leveren vinden plaats achter de schermen, zonder camera’s, zonder publiek; daar waar de druk even weg is. En: winnen voelt voor veel topatleten meer als opluchting dan dat het voldoening geeft. Winnen is een verslaving geworden. En zoals bij iedere verslaving doe je soms gekke dingen om je doel te bereiken.

Met belangen die steeds groter worden en in handen worden gelegd van de mannen of vrouwen in het veld is het niet gek dat atleten deze druk afstralen op hun omgeving, bijvoorbeeld op supporters of de jeugd. We verwachten dat topsporters rolmodellen met voorbeeldfuncties zijn, die zich bewust zijn van hun invloed. Maar hoe reëel is dat in de sportwereld die we met elkaar hebben gecreëerd?

WHATNEXT

Hoort winnen simpelweg bij sport of maken we het té belangrijk? Oftewel: Wat is winnen nog waard? Op donderdag 10 oktober zoeken we tijdens WHATNEXT – het trendevent van SportsGen – naar het antwoord op deze en alle eerder gestelde vragen. In een setting die perfect past bij het thema – het event vindt plaats in de Rijswijkse Schouwburg – wordt een interactief programma opgetuigd voor sporters, trainers, coaches, managers, bestuurders, marketeers en media. Iedereen die zich kan vinden in de uiteenzetting van hierboven, maar juist ook degenen die een compleet andere mening zijn toegedaan, is van harte uitgenodigd.