In maart 2020 kwam de sport tot stilstand omdat de meeste landen openbare bijeenkomsten beperkten en alle bedrijven in niet-essentiële industrieën voor onbepaalde tijd niet (volledig) mochten draaien om de verspreiding van het coronavirus te voorkomen. De verwachte ‘sportzomer’ van 2020 met onder meer de Olympische en Paralympische Spelen en het Europees kampioenschap voetbal werd uitgesteld. Deze evenementen zijn al jarenlang kijkcijferkanonnen, zeker als er medaillekansen voor Nederlandse deelnemers zijn. In dit artikel bespreken we het volgen van sport op televisie in 2020 in vergelijking met voorgaande jaren en kijken we naar het aandeel Nederlanders dat door het wegvallen van sportevenementen niet wordt bediend en de mogelijke maatschappelijke gevolgen daarvan.
Dit artikel is geschreven door Eva Heijnen, Peter Nafzger en Paul Hover van het Mulier Instituut.
Ondanks de opkomst van het internet blijft sport kijken via de televisie populair. In de even jaren, waarin onder normale omstandigheden de Olympische en Paralympische Spelen en internationale voetbaltoernooien plaatsvinden, vormen sportprogramma’s meestal het grootste deel van de top 100 meest bekeken televisieprogramma’s. In de oneven jaren, waarin de genoemde sportevenementen niet plaatsvinden, is het aandeel in de top 100 lager. In 2020 was het aandeel sportprogramma’s in de top 100 het laagst van de afgelopen zestien jaar (20%; figuur 1). Hetzelfde geldt voor het aantal kijkers: in 2020 hebben de sportprogramma’s in de top 100 41 miljoen kijkers getrokken, terwijl zelfs in oneven jaren het aantal kijkers altijd boven de 50 miljoen heeft gelegen.
Figuur 1. Aandeel sportprogramma’s bij top 100 best bekeken programma’s (linker y-as, in procenten) en het totale aantal kijkers incl. uitgesteld kijken* (rechter y-as, in miljoenen), even ‘sportjaren’ in paars, oneven ‘sportjaren’ in geel, 2004-2020
De top 100 van 2020 wordt aangevoerd door het extra journaal op NPO1 van 14 december 2020. Deze toespraak van premier Rutte (met daarin de aankondiging van de tweede lockdown) trok 6 miljoen kijkers. In 2020 stonden er slechts drie sportgerelateerde uitzendingen in de top 25, terwijl er in 2018 veertien sportgerelateerde uitzendingen in de top 25 stonden. De top 3 sportgerelateerde uitzendingen in 2020 waren: de voetbalwedstrijd Nederland-Bosnië en Herzegovina (met 2,8 miljoen kijkers de meest bekeken sportuitzending van 2020 en rang 16 in de top 100), de voetbalwedstrijd Ajax-Liverpool (2,4 miljoen kijkers) en de voetbalwedstrijd Bosnië en Herzegovina-Nederland (2,3 miljoen kijkers). Wanneer het aantal kijkers van de drie best bekeken sportprogramma’s in 2020 wordt vergeleken met het aantal kijkers van de top 3 best bekeken sportprogramma’s in 2019 en 2018, zijn de verschillen minder groot. De top 3 in 2020 had 7,5 miljoen kijkers, tegenover 15,5 miljoen in 2019 en 10,8 miljoen in 2018.
Naast 2020 vallen de jaren 2016 en 2018 op in vergelijking met andere even jaren omdat zowel het aantal sportprogramma’s in de top 100 als het aantal kijkers laag was. In 2016 en 2018 vonden de Olympische Spelen in Rio de Janeiro en Pyeongchang plaats, maar ontbrak Oranje op het EK en WK voetbal. Het best bekeken televisieprogramma van de afgelopen tien jaar in Nederland was de halve finale van het wereldkampioenschap voetbal in 2014, toen het Nederlands elftal Argentinië trof als opponent (9 miljoen Nederlandse kijkers). Ook in 2016 en 2018 bestond de helft van de top 10 best bekeken televisieprogramma’s nog steeds uit EK- en WK-wedstrijden (met nog altijd tussen de 3,1 tot 4,2 miljoen kijkers).
Het kijken naar sport (via media of via bezoek) levert maatschappelijke en sportieve waarde op. Zo voelen grote groepen Nederlanders zich bij sportgebeurtenissen met elkaar verbonden. Wanneer Nederlanders meedoen aan internationale sportevenementen, zoals voetbalkampioenschappen, waart er een oranjegekte door het land. Uit onderzoek van het Mulier instituut blijkt dat sportevenementen daarmee een waarde hebben voor de samenleving zoals plezier, trots en saamhorigheid. Drie kwart van de Nederlanders (16-79 jaar) die moesten afzien van het volgen van evenementen in 2020, ziet het niet kunnen volgen van sportevenementen via de media als een gemis, blijkt uit een peiling van het Mulier Instituut begin juni 2020. Zo mist een derde van de Nederlanders de sociale contacten via (sociale) media die hij/zij als volger van sportevenementen had gehad. Een derde van alle Nederlanders mist het ‘oranjegevoel’ en de saamhorigheid die afgelaste internationale sportevenementen onder volgers teweeg hadden kunnen brengen. Deze uitkomsten worden bevestigd in een onderzoek naar de maatschappelijke waarde van topsport.
"Circa 540.000 Nederlanders hebben minder gesport doordat ze geen sportevenementen via de media konden volgen"
In het kader van sport- en beweegstimulering, is het idee dat kijken naar (top)sportevenementen mensen (zoals bezoekers of tv-publiek) stimuleert om zelf (meer) te sporten. Dit wordt het demonstratie-effect of trickle-down-effect genoemd. Het is niet zo dat dit effect altijd aanwezig is.
In een peiling van het Mulier Instituut onder de volwassen Nederlandse bevolking die begin juni 2020 plaatsvond, is gevraagd in welke mate men van plan was om sportevenementen te volgen via de media. Daarnaast is aan de mensen die van plan waren om sportevenementen te volgen gevraagd of het ontbreken van sportevenementen invloed heeft gehad op hun sportdeelname. 39 procent van de Nederlanders (16-79 jaar) gaf in juni 2020 aan dat zij in 2020 vanwege de coronamaatregelen moesten afzien van het volgen van één of meerdere sportevenementen via de media. Dit betreft circa 5,3 miljoen Nederlanders. Ongeveer één op de tien Nederlanders die moest afzien van het volgen van sportevenementen via de media, heeft naar eigen zeggen als gevolg daarvan minder gesport dan wanneer het volgen van sportevenementen wel mogelijk was geweest. Dit betekent dat circa 540.000 Nederlanders minder hebben gesport doordat ze geen sportevenementen via de media konden volgen.
Grote topsportevenementen staan al jaren garant voor hordes enthousiaste Nederlanders voor de buis. Bijna zes op de tien Nederlanders - 9,3 miljoen personen - volgt onder normale omstandigheden eens per week sport, waaronder sportevenementen, in de media. De televisie is nog steeds veruit het populairste medium om sport in de media te volgen. Te verwachten is dat het internet de televisie binnen een paar jaar van de troon stoot en dat de mediavormen (verder) integreren. Onder tieners en twintigers heeft het internet de televisie als medium al ingehaald. Wat gaat 2021 brengen?
De kijkcijfers voor sport op televisie in 2021 hangen sterk samen met het aanbod. Begin 2021 is het nog niet helder welke sportevenementen in 2021 door kunnen gaan en uitgezonden kunnen worden. Duidelijk is dat miljoenen sportliefhebbers al maanden niet kunnen worden bediend en dat er reikhalzend wordt uitgekeken naar een sportevenementenkalender waarin een pandemie gaan gat heeft geslagen. Als op 13 juni de bal in de Johan Cruijff ArenA gaat rollen voor de EK-wedstrijd Nederland-Oekraïne zullen de kijkcijfers weer in de miljoenen lopen en zal de sport misschien een beetje bij kunnen dragen aan de behoefte aan gevoelens van plezier en verbinding die nu op grote schaal worden gemist.
Headerfoto: ph.FAB / Shutterstock.com