Met onder meer het EK voetbal, de Tour de France, en de Olympische en Paralympische Spelen in Tokio is een bomvolle sportzomer achter de rug. Afgezien van het EK voetbal waren bij al die sportevenementen Nederlandse successen te beleven voor de thuiskijker. De NOS heeft die oranjezomer terug kunnen zien in de kijkcijfers. Met de sportuitzendingen werd in totaal 92% van de Nederlanders bereikt, wat neerkomt op 14,8 miljoen mensen die via de NOS-kanalen de sportzomer hebben beleefd. NOS-directeur Gerard Timmer ziet in die resultaten het succes van de contentstrategie van de omroep. “Wij willen zijn waar ons publiek is.”
De sportzomer werd op de diverse kanalen van de NOS volop gevolgd door het Nederlandse publiek. Ondanks de vroegtijdige aftocht van het Nederlands elftal van Frank de Boer stak het EK voetbal daar met kop en schouders bovenuit met een bereik van 14,1 miljoen kijkers (87% van de bevolking). De Tour de France bereikte daarna 10,4 miljoen kijkers (64% van de Nederlanders), de Olympische Spelen 11,3 miljoen kijkers (70% van de Nederlanders) en de Paralympische Spelen 8,7 miljoen kijkers (54% van de Nederlanders). Daarnaast merkte de NOS ook de groei in online kijkers: tijdens de sportzomer werd 500 miljoen keer een sportpagina op NOS.nl of in de app geopend. Online waren verder de liveblogs en livestreams ook populair: deze verslagen werden 76 miljoen keer geopend en de streams werden 51 miljoen keer gestart. Daarnaast is de NOS in maart ook gestart met vertical video’s in de app, die in het sportdomein 14 miljoen videostarts kenden.
Ten opzichte van Rio 2016 vielen de kijkcijfers van Tokio bij de NOS lager uit, maar dat heeft volgens Timmer een logische verklaring. “De Spelen zijn een fantastisch evenement, maar het nare eraan is dat ze iedere keer in een andere tijdzone worden georganiseerd. Daar heb je mee te maken.” In Tokio vonden meer wedstrijden in onze nacht plaats, maar dat is over drie jaar bij de Spelen van Parijs 2024 weer anders. “Ik zou zeggen: maak je borst maar nat, want dan zitten we in dezelfde tijdzone.”
Timmer kijkt met trots terug op de afgelopen sportzomer. “Als je puur en alleen naar deze cijfers kijkt dan bewijst dit maar weer eens de publieke waarde van sportprogrammering bij de publieke omroep”, constateert Timmer. De directeur van de NOS benoemt dat in het licht van een bredere discussie rond sport bij de NPO en de sportrechtenmarkt. “Er zijn veel partijen die geïnteresseerd zijn in sportrechten en die worden daardoor niet goedkoper. Een andere factor is dat de sport wel altijd een groot en breed platform moet houden. De NOS is bij uitstek in staat om dat brede platform te bieden. Wij zijn niet altijd financieel degene die de hoogste bedragen kunnen betalen, maar we zijn veruit onderscheidend omdat we sport in de breedte aanvliegen: wij zijn niet alleen geïnteresseerd in de rechten van grote evenementen, maar ook in sport van a-tot z. Van atletiek tot zwemmen. We vertellen elke dag die sportverhalen op radio, tv en online.”
Timmer ziet ook dat steeds meer sportorganisaties zelf content gaan maken. Tijdens de Olympische Spelen was het IOC bijvoorbeeld ook actief met eigen content. Vooralsnog ziet de NOS daarin geen bedreiging. “Je ziet dat clubs, bonden en zeker bij de Formule 1 met enige regelmaat eigen platforms gebruiken om spelers te introduceren, of exclusieve interviews geven. Dat is volgens mij des te meer reden voor journalistieke organisaties als de NOS om in dat veld positie te hebben. Iedereen kan content maken, maar de vraag is: bereikt die content een breed publiek en wordt het hele verhaal verteld? Ik denk dat wij daar onderscheidend in zijn.”
Die ontwikkeling van clubs die mediahuizen worden is een van de ontwikkelingen in het veranderende medialandschap. “Je ziet die verandering in het kijkgedrag, het type en het aantal platforms. Dat vraagt ook een andere contentproductie. Wij zijn al jaren bezig zijn om daarop in te spelen”, zegt Timmer. Een multiplatformstrategie zoals de NOS al hanteert is daarbij noodzaak geworden. “Onze strategie is: zijn waar ons publiek zit. Dus ook op platforms van derden, ook al vindt de NPO dat soms ingewikkeld. Wij vinden dat we daar moeten zijn. Dat doen we met meer en meer experimenten.” Hij noemt de aanwezigheid van de NOS op Instagram, TikTok en Facebook als goede voorbeelden. “Kijk hoe NOS Nieuws bezig is, met NOS stories bijna een miljoen volgers op Instagram. Dat is ongekend voor nieuws onder jong publiek.”
'We zijn in samenstelling van presentatoren en analisten diverser geworden en we hebben meer jong talent online video’s laten maken om de vernieuwing een zetje te geven'
Op de sportrechtenmarkt ziet Timmer ook veel ontwikkeling. Hij denkt dat de NOS in de toekomst meer naar partnerships met andere partijen toe moet. “Het zal niet altijd meer kunnen om de liverechten of de eerste rechten te hebben. We anticiperen ook op die ontwikkeling. Dat was bij de Spelen bijvoorbeeld te zien. De rechten voor de Olympische Spelen liggen bij Discovery, maar wij hebben met hen weer een sublicentie kunnen afsluiten. Bij de Paralympische Spelen hadden wij de rechten weer exclusief voor Nederland.” Voor de komende jaren heeft de NOS al de rechten verworven voor de Olympische en Paralympische Spelen van 2022 en 2024.
“De tijd dat je altijd alles alleen kon doen is voorbij. Dat is ook voorbij omdat de sport zich zelf ontwikkelt. Wij noemen dat wel eens de emancipatie van de sport: kijk naar het succes van de vrouwen in het wielrennen en het voetbal. Er zijn meer sporten te benoemen met vrouwensucces, wat er automatisch en vanzelfsprekend toe leidt dat de NOS daar ook aandacht aan zal besteden, want het is journalistiek relevant.” Dat maakt dat ook de NOS intern keuzes moet maken in de budgetten voor de verschillende sporten. Aan de ontwikkeling van de sport ziet Timmer ook een wrange keerzijde. “Kijk hoe de NOS al sinds 2009 het vrouwenvoetbal heeft ondersteund. Je ziet nu dat dat die sport, en zeker de grote toernooien in waarde is toe genomen, maar je krijgt geen bonus als dank voor bewezen diensten. Daar moet je gewoon in mee.”
Bij zijn terugblik op de sportzomer wil Timmer niet onbenoemd laten dat hij naar meer dan alleen de cijfers kijkt. “Ik vond de sportzomer 2021 ook de zomer van de vernieuwing. We zijn in samenstelling van presentatoren en analisten diverser geworden. Bij het EK voetbal hadden we bijvoorbeeld Leonne Stentler en Mandy van den Berg naast onder anderen Marco van Basten die wedstrijden analyseerden. Dat was vier jaar geleden niet het geval. We hebben ook meer jong talent online video’s laten maken om die vernieuwing een zetje te geven. En we hebben tijdens het EK en de Spelen op locatie met publiek uitzendingen gemaakt. Allemaal nieuwe inhoudelijke concepten die de afgelopen twee jaar zijn ontwikkeld waarmee we invulling hebben gegeven aan deze sportzomer. Cijfers zijn mooi, maar ik kijk ook graag naar die ontwikkelingen.”
Headerfoto: NOS/J. Lousberg