Daar waar Brazilië, Portugal en Spanje zaalvoetbal hebben om wereldsterren op te leiden, hadden wij in Nederland ons "straatvoetbal". Veel mensen hebben nu het gevoel dat er achter de huidige generatie toppers (Robben, Van Persie, Sneijder) vrij weinig nieuwe helden aan zitten te komen. Waarom ging het toen zo goed en dreigt het nu mis te gaan?
Door een goede infrastructuur met veel pleintjes was "ons straatvoetbal" de geheime, drijvende kracht achter het succes van het Nederlands elftal in de periode 1998 tot 2014. De pleintjes waren druk bezet met jonge voetballers. Kinderen pakten in die periode al heel wat vlieguren mee op straat voordat ze bij een club gingen voetballen. In de maatschappij heeft een kleine verschuiving plaatsgevonden. Ouders schrijven hun kinderen nu al op jonge leeftijd in bij een voetbalclub, dit gebeurde voorheen pas op elfjarige leeftijd.
Maar de infrastructuur en de inschrijfleeftijd waren niet de enige doorslaggevende factoren. Nederlandse straatvoetballers werden op Amsterdamse en Rotterdamse pleintjes aangestoken door de sublieme voetbewegingen van Ronaldo (op dit moment beter bekend als de oude Ronaldo) en andere technisch begaafde (straat)voetballers die te zien waren in de grote stadions van Europa. Onder leiding van Jermaine Vanenburg (geen neefje van) en Mourad Boukhari (wel broertje van) evolueerde het straatvoetbal in Nederland en groeide naar een hogere dimensie. Het straatvoetbal ging als het ware van 2D naar 3D.
Nike maakte daar dankbaar gebruik van en zette diverse straatvoetbalcampagnes op met toffe commercials, zoals die uit 1998 en 2000. Nike organiseerde gelikte evenementen in Nederland en was de allereerste partij die een Panna-toernooi organiseerde in Amsterdam. Ook realiseerde het sportmerk een gigantisch voetbalschip aan de oever van de Maas langs de nieuwe Erasmusbrug in Rotterdam.
"Waarom hebben grote sportmerken als Nike en adidas straatvoetbal min of meer links laten liggen? Want straatvoetbal is de puurste vorm van voetbal en is herkenbaar voor elke voetballiefhebber" - Danijel Ribaric
De laatste, op straatvoetbalgebied gerichte eventcampagne van Nike in Nederland, dateert uit 2008. Met een afgeslankte vorm van Joga Bonito uit 2006 probeerde het merk iets neer te zetten maar het was helaas niet meer als vanouds. Nike leek straatvoetbal moe.
Nike heeft in de periode van 1998 tot 2006 enorme verkoopsuccessen geboekt door de inzet van diverse straatvoetbal gerelateerde marketingcampagnes. Ik vraag mij echter af of de directeuren Marketing en Sales van Nike in de gaten hebben wat zij voor het Nederlandse, en mondiale voetbal hebben betekend.
Waarom hebben grote sportmerken als Nike en adidas straatvoetbal min of meer links laten liggen? Want straatvoetbal is de puurste vorm van voetbal en is herkenbaar voor elke voetballiefhebber. Het straatvoetbal heeft zich de afgelopen jaren ook enorm ontwikkeld. Met nieuwe trucs en een entertainmentwaarde waar je als marketeer je vingers bij af kunt likken.
Dat er minder voetbalhelden worden geboren op Nederlandse bodem komt natuurlijk niet alleen doordat Nike of adidas hun campagnes anders aanpakken. Ook Nederlandse BVO’s hebben onvoldoende in de gaten gehad waar het succes van de toptalenten vandaan komt. Het moderne voetbal vraagt om snelle acties, onder grote druk en in steeds kleinere ruimtes. Deze vaardigheden leer je juist door op straat te voetballen. Op diverse evenementen komen wij talenten uit verschillende voetbalopleidingen tegen die van hun club niet mógen voetballen op straat vanwege mogelijke blessures. Laat deze jonge spelers gewoon lekker buiten voetballen op het pleintje, daar worden ze juist sterker, vaardiger en technischer van.
De afgelopen weken laaide een landelijke discussie op door uitspraken van Johan Derksen, naar aanleiding van een column van Hugo Borst, omtrent de omgang met spelers van Marokkaanse roots/komaf. Ziyech, El Hamdaoui, Tannane, Bel Hassani. Stuk voor stuk rasechte straatvoetballers die de afgelopen jaren smaakmakers zijn geweest in de Eredivisie. Of het nu Marokkaanse, Turkse, Kaapverdiaanse, Antilliaanse of Nederlands jongens zijn, daar gaat het niet om. Juist deze "straatvoetbal schoffies" zijn publiekslievelingen.
Wat opmerkelijk is, is dat je weinig autochtone Nederlandse straatvoetballers op de velden in het betaalde voetbal ziet. Voetballen zij dan minder op straat? Dat is een interessant vraagstuk. Want de kracht van onze pleintjes, en de multiculturele samenleving, is dat jongeren (on)bewust veel van elkaar leren en meekrijgen. De structuur en discipline van de Hollandse jongens, de fysieke power van de donkere jongens en de techniek en bravoure van de Mediterraanse jongens. Ik ben dan ook erg benieuwd naar de rol van straatvoetbal binnen het masterplan van de KNVB die samen met de clubs is opgesteld. Want of je nou geel, groen of paars bent...Straatvoetbal is van belang voor de ontwikkeling van elke voetballer!
In de rest van Europa zien we mooie initiatieven ontstaan. Onze zuiderburen profiteren nu met de Rode Duivels van de Nederlandse straatvoetbalhype van destijds. Electrabel heeft met behulp van sportmarketingbureau Sportizon de kansen ingezien en houdt met het project "Street Heroes" straatvoetbal levend in België! In Denemarken heeft DGI, dat net als NOC-NSF van lottogelden leeft, een aparte tak in Urban Sports opgericht. Vanuit die hoedanigheid zijn zij diverse straatvoetbal projecten en workshops gestart.
Gelukkig zijn er ook in Nederland (weer) toffe initiatieven. De KNVB lanceerde afgelopen maandag de "KNVB Straatvoetbal Games 2016" en is donderdag, (jaarlijks) op Bevrijdingsdag de Nationale Straatvoetbaldag! Als voetballand in hart en nieren kunnen we hier echter geen genoegen mee nemen. Straatvoetbal zou verplicht en structureel ingebed moeten worden als trainingsvorm bij jeugdopleidingen. Om het internationale voetbalniveau weer te kunnen evenaren zouden clubs hun jeugd één of twee keer per week op de pleintjes moeten laten voetballen. Het tij zal pas keren wanneer wij inzien dat wij op beleids-, technisch- en marketingniveau structurele plek moeten geven aan "ons" straatvoetbal!
Foto: Patricia Dijkstra (Dr. WOOOW!)