Lijstjes worden pas interessant als je erop staat. De medaillespiegel wordt natuurlijk al jarenlang opgemaakt bij elke Olympische Spelen. De Spelen zijn namelijk voor veel landen een manier geweest om hun suprematie aan de wereld te tonen. De Russen en de VS vochten de koude oorlog uit via de mediallespiegel, de Oost-Duitsers lieten zien over de beste medici te beschikken en recenter laten de Chinezen zien hoe je kinderen drilt tot topatleten. Voor Nederland werd het lijstje pas interessant tijdens de Olympische Spelen in Sydney in 2000, toen wij per ongeluk op de tiende stek terecht kwamen. Per ongeluk, ja. En wij maakten er meteen een doel van. En toen kwam Sotsji…
Top 10 ambitie
Internationaal gezien is de Nederlandse investering van ongeveer € 30 miljoen in topsport een fooi te noemen. Voor de Spelen in 2000 was deze investering echter nog veel lager. Maar omdat toevallig de hoogtijdagen van uitzonderlijke atleten als Anky van Grunsven, Leontien van Moorsel, Pieter van den Hoogenband en Inge de Bruijn samenvielen stonden we plotseling op plaats 10 in de medaillespiegel. Er van genieten en doorgaan tot de orde van de dag? Nee, het werd zelfs het nieuwe doel van het topsportbeleid van het NOC*NSF. In 2010 schreef ik al eens een blog over deze ambitie en de drang van landen om medailles te kopen. Kan Nederland daadwerkelijk concurreren met landen die veel meer inwoners hebben en veel meer geld investeren in topsport?
Lees meer: Top 10 ambitie: zijn Olympische medailles te koop?
In mijn optiek was het onverstandig om een doelstelling te kiezen die zo afhankelijk is van één of twee individuele sporters die op één moment moeten pieken. Een doelstellig die minder duidelijk is, maar wel een reëel beeld geeft van de stand van de topsport in ons land, ligt meer voor de hand. Een berekening waarbij OS, WK’s, EK’s en wereldbekerwedstrijden van verschillende sporten naar belang worden meegewogen bijvoorbeeld. In Londen eindigden wij bijvoorbeeld als 13e op de medaillespiegel,maar een blessure van bijvoorbeeld Kromowidjojo had al meteen een paar plaatsen gekost, het geheel is dus erg kwetsbaar. Daarnaast is het gewaagd om als sportland groeidoelstellingen te formuleren die lijken op die van een bedrijf. Waar een bedrijf niet alleen strijdt om marktaandeel, maar ook in een groeiende markt kan zitten, daar gaan meer medailles voor Nederland altijd ten koste van andere landen. En die zitten ook niet stil.
Gevolgen topsportbeleid
De gevolgen van de top 10 ambitie hebben zich behoorlijk doen voelen in de sportwereld. Er werd een duidelijke focus gelegd op sporten met medaillekansen en sporten met minder succesvolle topsportprogramma’s werden gekort. Dit heeft pijn gedaan bij de kleinere sporten. Aan de andere kant is er ook een grote professionaliseringslag doorgevoerd. Steeds meer worden wetenschappers betrokken bij de begeleidende staf van de Nederlandse sporters, steeds meer aandacht gaat uit naar het creëren van optimale trainingsomstandigheden, zelf de selectiecriteria worden op basis van wetenschappelijke methoden vastgesteld.
Nederland is niet het enige land dat steeds slimmer probeert te investeren in topsportprogramma’s. Het is bekend dat internationaal topsportsucces voor een groot deel voorspeld wordt door het aantal inwoners van het land en het Bruto Nationaal Product. Traditioneel scoren economisch sterke landen met veel inwoners als de VS, Rusland, Groot-Britanië en Duitsland hoog op de medaillespiegels. Daar komen opkomende economieën als China inmiddels ook bij. Verder blijkt ook dat fors investeren in topsport vruchten kan afwerpen, zoals Australië heeft laten zien. Medailles in ‘kleinere sporten’ zijn beter maakbaar dan sporten die enorm populair zijn. Tijdens de winterspelen telt natuurlijk ook de affiniteit met wintersporten. Conclusie, in het opstellen van een uitgekiend topsportbeleid staan wij in Nederland zeker niet alleen. En toen kwam Sotsji…
Sotsji 2014
Na de eerste dag in Sotsji staat Nederland ineens eerste op de medaillespiegel. En na dag drie nog steeds. En Nederland blijft maar winnen. De medaillespiegel gaat steeds meer leven. NRC en Nusport columnist Thijs Zonneveld verwelkomt elke nieuwe medaille met een pakkend ‘hallo medaillespiegel!’.
Het interessante van de medaillespiegel is dat deze wereldwijd niet eenduidig wordt gehanteerd. In een groot deel van de wereld wordt hij opgemaakt aan de hand van het aantal gouden medailles, pas daarna wordt er naar zilver en brons gekeken. In de VS wordt de medaillespiegel echter opgemaakt aan de hand van het totale aantal medailles. Deze onduidelijkheid maakte dat bij de Spelen in Bejing in China de Chinezen bovenaan stonden en in de VS stonden de Amerikanen bovenaan. Iedereen tevreden. Voor Nederland werd ineens de Amerikaanse telling interessant. Elke dag keek ik over op de website van NBC, waar Nederland tot en met dag 12 van de Spelen in Sotsji bovenaan de medaillespiegel stond!
Meest efficiënte sportland ter wereld
De prestatie van de Nederlandse equipe was uitzonderlijk, dat viel ook internationaal op. Nooit eerder domineerde een land zo één tak van sport, twee van de drie langebaan medailles waren voor Nederland. Ineens stond Nederland tussen de grootmachten in de medaillespiegel. Volgens Europese telling eindigden wij als vijfde, volgens de Amerikaanse telling ook. Managementgoeroe Richard Florida kwam meteen na de spelen met alternatieve lijstjes. Wat als je een alternatieve telling hanteert met goud 3x, zilver 2x en brons 1x? Wat als je corrigeert voor aantal inwoners? Wat als je corrigeert voor economische situatie in het land? Nee, een verdere stijging zit er niet meer in. Of toch? In het ranglijstje van aantal medailles per deelnemer staan wij dik bovenaan. Met maar 41 deelnemers wisten wij 23 medailles te winnen. Wat dit ons leert? Wij zijn in ieder geval het land met de strengste selectiecriteria. En we hebben nog vier jaar om ons te focussen op rodelen, skeleton, en skispringen voor dames en.
Lees hier alle blogs over Sotsji 2014