Eind 2012 vroeg ik me af welke toekomst het professionele wielrennen had. Nu het wegseizoen erop zit, is het tijd om terug te blikken. Wat heeft 2013 ons gebracht? Het dopingspook fietste ook in 2013 in het peloton rond. Zeker in het begin van het wielerseizoen werd er elke dag over doping gesproken als gevolg van het rampjaar 2012 waarin onze vriend Armstrong de wielerwereld op haar grondvesten liet schudden. In Nederland meer dan in België waar veel meer dan bij ons een doofpotcultuur heerst.
Lees: Welke toekomst heeft het professionele wielrennen?
Gelukkig bracht de Tour ons Bau en Lau waardoor zelfs de NOS weer enthousiast begon te berichten over het wielrennen. En met recht. Als je kijkt naar de cijfers was 2013 voor het Nederlandse wielrennen een succesvol jaar. In het landenklassement van de UCI World Tour Ranking haalde Nederland een 5e plaats na respectievelijk een 7e en 6e plaats in 2011 en 2012. Alleen Spanje, Italië, Colombia en Groot-Brittannië bleven ons voor terwijl we gerenommeerde wielerlanden als België en Frankrijk achter ons lieten. In totaal werden dit jaar 59 (peildatum 20 oktober 2013) overwinningen geboekt door Nederlandse profwielrenners met als meest aansprekende resultaten het goede rijden van Bau en Lau in de Tour, de eindoverwinningen in een World Tour etappekoers van Tom-Jelte Slagter (Tour Down Under) en Pieter Weening (Ronde van Polen), de ritzeges van Bauke Mollema in de Vuelta en de Ronde van Zwitserland, de eindzege in de Ronde van Denemarken door youngster Wilco Kelderman, de eindzege in de Ster ZLM Toer van Lars Boom en de knappe overwinning van Robert Gesink in de Grand Prix Cycliste de Québec. Verder viel het goede rijden van nieuwkomers Tom Dumoulin en Danny van Poppel op net als dat van good-old Niki Terpstra.
In de toekomst van het Nederlandse wielrennen heb ik vertrouwen al blijft er een nare smaak hangen aan het gezamenlijk onderzoek van de Nederlandse wielerploegen en de wielrenunie KNWU naar het dopinggebruik in Nederland. Tot ieders verbazing leverde dit onderzoek geen nieuwe dopingbekentenissen op na de eerdere ontboezemingen van ondermeer Michael Boogerd, Thomas Dekker, Mark Lotz, Steven de Jongh, Rudi Kemna en Danny Nelissen. In andere landen hielden ze de kaken in het algemeen stijf op elkaar met Jan Ullrich als positieve uitzondering. De omerta is zeker in de Zuid-Europese landen nog steeds heilig en dat zal helaas ook niet veranderen, denk ik.
2013 was ook het jaar waarin UCI opnieuw geen goede beurt maakte met als dieptepunt het tenenkrommende UCI-congres in Firenze. Gelukkig was de uitkomst van dit congres wel positief. Na 8 jaar kwam er een eind aan het tijdperk Pat McQuaid die zeer omstreden was. Laten we hopen dat Brian Cookson het beter doet. Zijn start is in ieder geval veelbelovend. Begin oktober kondigde hij direct grote hervormingen aan in zijn masterplan. Cooke wil het dopingprobleem grondig aanpakken en ook het wielrennen op de weg (elite) herstructureren. In zijn plan komt er een divisiestructuur met promotie en degradatie waarbij teams ook beter zullen worden gecheckt (o.a. financieel). De hervormingen zullen geleidelijk worden ingevoerd vanaf 2015, waarbij het nieuwe systeem vanaf 2020 volledig gebruikt zal worden. Goed werk heeft tijd nodig, zullen we maar zeggen…
Ik hoop dat in deze nieuwe structuur ook nagedacht wordt over hoe het wielrennen financieel gezonder kan worden. Nu is een ploeg bijna geheel afhankelijk van sponsorgelden om hun begroting dekkend te krijgen. Collega Robert Kok kwam recent met een voorstel in dit kader in reactie op de column van Wim Lagae. Hij pleit voor een Champions League of cycling waarbij de inkomsten uit tv- en marketingrechten en start- en finishleges van steden deels naar de ploegen terugstromen. Ik kan me prima vinden in dit voorstel al moet hiervoor nog heel wat gebeuren gezien het feit dat UCI, ASO en RCS Sport nog steeds niet goed met elkaar samenwerken en er weinig tot geen structureel overleg is tussen de ploegen enerzijds en UCI, ASO en RCS Sport anderzijds. Wim Lagae pleit in dit kader terecht ervoor dat topteams de krachten moeten bundelen om allereerst met de ASO in de slag te gaan. Eerst ASO omdat het wielrennen immers economisch voor ongeveer 2/3 wordt gedomineerd door de Tour de France. Uitkomst van deze onderhandelingen moet een verdeelsleutel zijn die deels wordt ingezet wordt voor sectorversterking en deels naar de teams gaat.
Lees ook: Wielersponsoring met twee snelheden
Dat wielerploegen zitten te springen om andere inkomsten dan sponsorgelden blijkt wel uit het groot aantal sponsoren wat in 2013 stopte met wielersponsoring. Nadat eerder de Rabobank met wielersponsoring stopte, houden nu ondermeer Vacansoleil-DCM, Euskaltel-Euskadi en de Procontinentale wielerploegen Crelan-Euphony, Saur Sojasun en Champion Systems op te bestaan omdat zij hun financiering voor 2014 niet meer rond kregen.
Mijn voorspelling van eind 2012 dat de media-aandacht voor het wielrennen zou afnemen is niet echt uitgekomen. De NOS deed nog wel een duit in het zakje waarbij het slappe excuus werd gebruikt dat de negatieve ontwikkelingen in het wielrennen hen hiertoe noopte. De ware reden is naar mijn inzien van financiële aard.
Dat het profwielrennen nog volop wordt uitgezonden is een zegen voor de sport en haar liefhebbers. En ook voor huidige en toekomstige sponsoren. Feit is dat je sponsoreuro bij wielrennen meer exposure geeft dan welke andere sport ook. Voor ploegen die aan de Tour de France mogen deelnemen is de media-aandacht zelfs gigantisch. Daar kan Belkin over meepraten. Chet Pipkin, CEO van Belkin, lacht nog steeds zijn ballen uit zijn broek. Alleen al met de Tour de France bereikte Belkin al haar jaardoelstellingen.
Hopelijk zijn er meer ondernemers zoals Pipkin die willen investeren in de wielrennerij. De sport is schoner dan ooit en hierdoor is de koers een stuk spannender geworden. De menselijke maat is terug. Ik pleit ervoor dat we de komende jaren niet meer gaan wroeten in het (doping)verleden. Nieuwe dopingschandalen kan de mooie wielersport niet gebruiken. Zeker nu de weg omhoog is ingeslagen. Ik proef weer een positief sentiment. En dat was eind 2012 wel anders. Ik heb nu al zin in het wegseizoen 2014. Dat duurt nog een paar maanden maar voor nu vermaak ik me prima met het veldrijden. De koers blijft immers altijd boeien!
Afbeeldingen (CC): Facebook Belkin Pro Cycling Team - Martin