De Olympische Spelen zijn afgelopen vrijdag begonnen. In de jacht op (gouden) medailles maken details vaak het verschil. Innovaties kunnen bijdragen aan betere prestaties. Voor de TeamNL-atleten heeft de TU Delft verschillende sportinnovaties ontwikkeld. Zo wordt er in Tokio gefietst op de snelst mogelijke baanfiets, draagt het hele Nederlandse team een Cool Cap ter verkoeling, stuurt een supercomputer de zeilers een gedetailleerde windvoorspelling en krijgen de Paralympische rolstoelbasketbaldames essentiële data over hun trainingsprestaties.
"Door een uniek ontwerpproces is dit wetenschappelijk gezien de snelste fiets. De nieuwe fiets is de snelste weg in de jacht naar goud", vertelt Arend Schwab, de fietsprofessor van de TU Delft. Het resultaat: de fiets is 35 procent stijver, 15 procent lichter en 24 procent meer aerodynamisch. Hierdoor vervormt de fiets minder, is de fiets beter bestuurbaar en kunnen de renners al hun vermogen kwijt. "Samen met alle experts in Nederland: de KNWU, fabrikant Koga, Actiflow, Pontis Engineering en de TU Delft hebben we het omgedraaid", vat Schwab de succesformule samen. "De fiets is niet eerst gebouwd om er later een renner op te zetten, maar wij hebben eerst naar de renner gekeken en hebben vervolgens daaromheen een fiets gebouwd."
De Olympische Spelen in Tokio worden de warmste ooit. De TU Delft ontwikkelde petten waarin koelelementen kunnen worden gestopt. De sporters dragen deze voor en na het leveren van hun prestatie om zoveel mogelijk gekoeld te blijven. De koelpetten zijn in het TeamNL kledingpakket opgenomen en worden ook gedragen door coaches en de begeleidende staf. De coolcaps zijn onderdeel van het project Thermo Tokyo.
In Tokio krijgen de Olympische zeilers hulp van een supercomputer en een model ontwikkeld door de TU Delft. Voor elke tien minuten van de race wordt er een voorspelling van de windrichting, windsnelheid en het type windpatroon gemaakt. Deze uiterst nauwkeurige voorspellingen helpen de zeilers bij hun beslissingen op het water. In Tokio is dit extra belangrijk omdat er gezeild gaat worden in een gebied met topografisch uitdagende factoren zoals Oshima Island, de vulkaan Fuji en grote temperatuurwisselingen van het water. De berekeningen worden gedaan bij het nationale supercomputer-centrum SURF in Amsterdam, omdat het om honderden processor-uren en terabytes aan data gaat. Het model is gemaakt in samenwerking met Sailing Innovation Centre.
Tijdens de coronacrisis was het voor de Nederlandse rolstoelbasketbalsters lastig om veel wedstrijden te spelen. Rienk van der Slikke – onderzoeker rolstoelsporten bij NOC*NSF en de TU Delft – heeft een sensor ontwikkeld waarmee alle rolstoelbewegingen, zoals snelheid en wendbaarheid kunnen worden vastgelegd. Door deze data in een app weer te geven kunnen de atleten en trainers zelf hun prestaties tijdens trainingen meten en deze vergelijken met data over wedstrijdsituaties. Zo kan de coach voor iedere individuele atleet een passend trainingsprogramma samenstellen.
Bij het leveren van een Olympische topprestatie speelt voeding een belangrijke rol, zowel bij de voorbereiding als bij het herstel. Sportcentrum Papendal heeft daarom een speciale hamburger ontworpen met een verborgen innovatie: de champignons in de hamburger zijn blootgesteld aan een bepaald type uv-licht, om het vitamine D-gehalte te verhogen. Ook is er een vetarme sportkwark ontwikkeld met precies 20 gram eiwit. Perfect voor de gulden herstelregel: 20 gram eiwit 20 minuten na de geleverde inspanning. Wat de sporters allemaal eten en drinken, wordt nauwkeurig bijgehouden in een speciaal ontwikkelde voedingsapp.
Ga voor meer informatie over sportinnovaties naar sportinnovator.nl. Het digitale boek ‘Innoveren met impact’ is gratis te lezen.
Headerfoto: TU Delft