Investeringen in sport en gezondheid bevorderende activiteiten zijn belangrijker dan ooit. Om als sportsector uit de coronacrisis te geraken, is innovatie noodzakelijk. Dat is de boodschap van een groot aantal EU-partners uit de sportsector, verenigd in het SHARE initiatief. Zij roepen overheden op juist nu in sport te investeren.
Hoe hard de sportsector in Europa geraakt gaat worden door het coronavirus is nog niet duidelijk. Maar het staat vast dat het voortbestaan van veel bedrijven, organisaties en bonden in gevaar komt - of al is. Zo geeft in Nederland een kwart van de verenigingen aan deze crisis niet te zullen overleven zonder financiële hulp.
Sinds de maatregelen rondom het coronavirus zijn wekelijks 1,7 miljoen Nederlanders minder gaan sporten. Waar in maart 2019 wekelijks nog 10,4 miljoen Nederlanders aan sport deden, is dat nu gedaald tot 8,7 miljoen. De grootste daling vindt plaats bij kinderen. Dit blijkt uit aanvullend onderzoek op ‘Zo sport Nederland’ uitgevoerd door Ipsos in opdracht van NOC*NSF. In heel Europa kunnen clubs, bedrijven, bonden en organisaties hun leden momenteel niet bedienen. "De fitnessbranche is bijvoorbeeld ook keihard getroffen. Of wat te denken van de skigebieden in Europa die vroegtijdig dicht zijn gegaan, of de outdoor sporten die in veel landen niet beoefend kunnen worden. Veel bedrijven in de sportsector staan momenteel stil. Zij stonden voor de coronacrisis al voor grote uitdagingen en die zijn nu alleen maar groter geworden", zegt Rene Wijlens, directeur van het in Brussel gevestigde EPSI (Europese Platform voor Sport Innovatie) en manager van Cluster Sports & Technology, samen met Vereniging Sport en Gemeenten vanuit Nederland aangesloten in het SHARE initiatief.
Om de boodschap van het SHARE initiatief kracht bij te zetten, geeft de verzamelde Europese sportsector in een paper kort de economische waarde van de sport aan. Uit recent onderzoek is gebleken dat het totale sportgerelateerde Bruto Binnenlands Product van de EU op 279,7 miljard euro ligt. Dat is gelijk aan 2,12 % van het totale BBP van de EU. Daarnaast zorgt de sportsector voor een enorme werkgelegenheid: maar liefst 5,67 miljoen mensen in de EU werken in de sport. Dat is gelijk aan 2,72 % van de totale werkgelegenheid in de EU. “We ondernemen continu activiteiten om het belang en de positie van sport en bewegen onder de aandacht te brengen in Europa. Het coronavirus heeft een grote impact op de maatschappij. De economische en sociale kracht van sport als middel om uit deze crisis te komen, mag niet worden onderschat", aldus Wijlens.
Hoewel het een cliché is, gelooft Wijlens er heilig in dat een crisis - en dus ook de coronacrisis - kansen met zich mee brengt. “De sportsector moet zich afvragen wat zij heeft gedaan in het verleden en wat ze in de toekomst wil doen. Het is zaak de behoefte van mensen in het ‘nieuwe’ normaal te koppelen aan hetgeen een ondernemer als product of dienst aanbiedt. Dat schreeuwt om nieuwe oplossingen. Je moet iets anders gaan doen dan je deed; dat is precies de kern van innovatie.”
Omdat investeringen in de sportsector onder druk staan, en businessmodellen noodgedwongen gaan veranderen met de introductie van de anderhalvemetersamenleving is innovatie cruciaal om te overleven in de sport. “Fitnessbedrijven en sportclubs bieden nu al trainingen op afstand aan. Dat is creatief, maar hoe gaan we de vele grote en kleinere bedrijven en de sector als geheel weer op gang krijgen?”, vraagt Wijlens zich af.
Momenteel zit er nog veel verschil tussen landen in Europe in welke fase de sportsector zich bevindt. “In landen als Spanje en Frankrijk zitten bedrijven nog echt in de overlevingsmodus. In Nederland is meer bewegingsvrijheid en wordt er meer gewandeld, gefietst en geskeelerd. Daar wordt de dienstverlening al langzaam op aangepast. Er zijn op dit moment enorm veel dingen aan het veranderen. Onze levensstijl wordt anders. Thuis werken heeft ook impact op het woon-werkverkeer. Mensen gaan niet meer met de fiets naar het werk. Als kantoren straks weer opengaan, mijden mensen wellicht het openbaar vervoer en reizen ze met de auto naar het werk. Dat zijn allemaal zaken die invloed hebben op het bewegingsgedrag van mensen. Het duurt nog wel twee, drie jaar voordat je echt kunt zien welke trends in deze periode zijn ontstaan. Individueel sporten sluit op dit moment heel erg goed aan bij de levensstijl van veel mensen. Maar zal dat in de toekomst nog steeds zo zijn? Het is lastig voorspellen.”
“De anderhalvemetersamenleving zal – in meer of mindere mate - blijven bestaan. Dus moet de sportsector gaan kijken welke kansen het nieuwe normaal biedt. Want er zijn zeker mogelijkheden. De markt verandert, innovatie is noodzakelijk. Er is namelijk wel degelijk ruimte om nieuwe businessmodellen te ontwikkelen.”
Wijlens benadrukt dat op dit moment logischerwijs alle aandacht uit moet gaan naar de bestrijding van het coronavirus. Op een gegeven moment moet er wel weer beleid voor de toekomst gemaakt worden. Het actieplan van de EU-partners vestigt vooral de aandacht op zaken die voor de sport in deze tweede termijn belangrijk zijn. “Het is van groot belang dat Europa, inclusief alle landen en regio’s, aandacht houdt voor sport en bewegen en dat er op dit vlak geen bezuinigingen gaan plaatsvinden. Zorgen voor de gezondheid en welzijn van alle EU-burgers is een topprioriteit. Juist daarom is het investeren in sport en gezondheid bevorderende activiteiten belangrijker dan ooit geworden. Om een duurzaam en gezond Europa te bereiken moet sport en bewegen in het hart van elk beleid worden gebracht. Nu is hét moment om de schouders er samen onder te zetten, beleid te heroverwegen en prioriteiten te verleggen voor de lange termijn."
Op 19 mei organiseren EPSI, het platform ClusSports en de partners van de projecten Inno4Sports en SmartSports4Goodlife een webinar over de impact van corona op de Europese sportsector. Aanmelden kan via de button hieronder.
Lees het hele paper met het uitgewerkte actieplan bij Sports & Technology.