In het nieuwste nummer van het SPORTNEXT magazine staan sport, ethiek en media centraal. Hans Vandeweghe schrijft over het matchfixingschandaal in België en Erik van Gruijthuijsen (De Persgroep) vertelt over de succesvolle sportstrategie van ADR Nieuwsmedia. Verder onder meer een portret van John de Mol en zijn mediastrategie, een blik op de influencermarkt in Nederland en Gijsbregt Brouwer vraagt zich af of we de social media-hype voorbij zijn.
In het coververhaal neemt Hans Vandeweghe zijn eigen beroepsgroep onder de loep. De Belgische voetbalpers komt erg bekaaid uit het matchfixing,- witwas- en zwartgeldschandaal. Is de sportjournalistiek de weg kwijt, is het een lokaal fenomeen of is belangenverstrengeling onvermijdelijk in die wereld van overbetaalde patsers?
Verderop in het magazine geeft Erik van Gruijthuijsen van De Persgroep tekst en uitleg over de sportstrategie van ADR Nieuwsmedia. Mede dankzij video’s en sportclips – van eigen makelij en verkregen uit overeenkomsten met partijen als NOC*NSF, KNVB, KNLTB en Ziggo – maakt ADR Nieuwsmedia een periode van ongekende groei door. "Andere sportbonden zien het succes van video nu ook en komen uit eigen beweging naar ons toe. Maar we zitten vol. Het moet ook weer niet te veel worden."
In een volgend artikel kijken we naar de influencermarkt in Nederland. Het platform sportinfluencers.com richt zich op de wat minder bekende sporter. Ronald Buijs, eigenaar van YBBP, een van de bedrijven achter het platform, legt uit: "Hoewel ze misschien minder bekend zijn bij het grote publiek, hebben we hier wel met topsporters te maken. Ze zijn 24/7 bezig met hun sport, zijn geen marketeer of influencer van beroep. Daardoor hebben ze vaak geen idee wat ze waard zijn op social media, en zetten ze zichzelf te vaak, onbedoeld, in de uitverkoop. Ze gooien er bijvoorbeeld een post uit voor een paar gratis schoenen, waar diezelfde post misschien wel honderden euro’s waard is. Het voordeel van middle- en micro-influencers is dat er veel meer betrokkenheid is bij de achterban, maar ook bij het merk. Omdat de sporter en de achterban dichter bij elkaar staan, krijg je eigenlijk te maken met het principe van word of mouth."
Het magazine eindigt met een beschouwing van Gijsbregt Brouwer over social media. Net nu elke club, iedere atleet en alle evenementen een social media-team hebben, verandert alles weer. Facebook, Twitter en Snapchat krimpen voor het eerst in hun belangrijkste markt. Dit betekent dat de sport zich moet opmaken voor een wereld na de social media, zo waarschuwt Brouwer.