De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) moet de komende jaren hoogstwaarschijnlijk bezuinigingen doorvoeren. Dat is het gevolg van nieuwe plannen van het kabinet, waarin onder meer staat dat de NPO grotendeels reclamevrij wordt. De plannen van het kabinet kunnen ook consequenties hebben voor de Nederlandse sportwereld. We kijken in dit artikel naar de mogelijke gevolgen van de bezuinigingen voor de sport.
In de plannen van het kabinet staat onder meer dat NPO 1, 2, en 3 tot 20.00 uur reclamevrij worden en ook online verdwijnen alle commercials. Het kabinet wil wel een uitzondering maken voor grote sportevenementen, zoals de Olympische Spelen. Dan mag er dus wel reclame voor 20.00 uur uitgezonden worden. Maar het is nog onduidelijk voor welke andere sportevenementen die uitzonderingspositie geldt.
Naar verwachting kosten deze maatregelen ongeveer 60 miljoen euro. De overheid zal die daling van inkomsten deels gaan compenseren, maar de publieke omroep zal ook moeten bezuinigen. De NPO heeft al aangegeven vooral te willen bezuinigen op programma’s om uit de geldzorgen te komen. Ook de sportwereld wordt mogelijk dus geraakt.
De NPO is nog altijd de grootste aanbieder van sport in Nederland. Behalve veel voetbal - EK- en WK-kwalificatieduels van Oranje en de grote eindtoernooien voor mannen en vrouwen - zendt de NPO jaarlijks ook veel schaatsen uit; het afgelopen jaar maar liefst 66 uur. De sportuitzendingen worden over het algemeen goed bekeken en bedrijven adverteren graag tijdens sportevenementen. Op die manier kunnen de kosten voor de rechten (deels) worden terugverdiend. Nu er volgens de nieuwe plannen miljoenen bezuinigd moet worden, is het niet ondenkbaar dat de NOS minder sportrechten gaat aankopen, of dat er minder livesport op telvisie te zien is, denkt sportmarketeer Bart van Schijndel. “Dat is niet wat we willen. Via de televisie wil je de passie voor sport delen, kijkers inspireren en motiveren.”
'Als het mediabereik van een sport minder wordt, zal ook het sponsorbedrag omlaaggaan'
Van Schijndel vreest dat met name kleinere sporten de dupe worden van de bezuinigingen bij de publieke omroep. “TeamNL-sporten hebben momenteel veel zichtbaarheid via de NPO. Dat verdwijnt mogelijk in de toekomst. Natuurlijk kunnen commerciële partijen de rechten bemachtigen, maar bijvoorbeeld Ziggo is niet in heel Nederland te ontvangen, waardoor je een deel van je publiek mist. Mediabereik is in veel overeenkomsten tussen sportbonden en sponsors nog steeds een belangrijke parameter. Als het bereik minder wordt, zal ook het sponsorbedrag omlaaggaan.”
Chris Woerts denkt dat het zo’n vaart niet zal lopen, mocht de NPO daadwerkelijk minder gaan investeren in sportrechten. “Feit is dat de commerciëlen sport net zo goed kunnen uitzenden, en ook willen, maar dat ze vaak kansloos zijn. De NOS verwerft rechten en heeft daar veel geld voor over. Ze betalen ver boven de marktprijs met belastinggeld voor met name de voetbalrechten en dat maakt het speelveld ongelijk en ongemakkelijk. Als de NPO afstand zou doen van de Eredivisie en Oranje scheelt dal al miljoenen en los je vrijwel direct het probleem van de benodigde bezuinigingen op.”
Toch lijkt het ondenkbaar dat de NPO afscheid neemt van alle voetbalrechten. Het zijn namelijk de grote sporten die het meeste publiek, en het meeste geld trekken. “De NPO zal de kijkcijfers als graadmeter nemen om te kijken waar het kan bezuinigen. En het is met name interessant te kijken welke sporten de jongeren kijken”, stelt René Foolen, docent bij de opleiding SPECO van Fontys Economische Hogeschool Tilburg. “Sporten die langdradig en weinig dynamisch zijn, zoals schaatsen, krijgen het moeilijk. Maar sport blijft altijd aantrekkelijk voor media vanwege het live-element.”
Sport zal overigens nooit helemaal bij de publieke omroep verdwijnen, vanwege de mediawet. Daarin staat dat als sportevenementen van een aanzienlijk belang zijn voor een samenleving, dat ze voor het grote publiek toegankelijk gehouden kunnen worden door de evenementenlijst-regeling die is opgenomen in de Audiovisuele Mediadiensten Richtlijn. De richtlijn bevat echter geen definitie van 'evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving'. Het is aan de lidstaten zelf om dit begrip in te vullen in functie van hun eigen omstandigheden. Grote kampioenschappen in het schaatsen voldoen bijvoorbeeld aan de richtlijn, maar Formule 1-races (nog) niet.
Op SPORTNEXT opperde Suuz Amijs eerder al dat er voor TeamNL een mooie rol weggelegd is om alle bonden te helpen hun sport in beeld te krijgen. Mochten de bezuinigingen daadwerkelijk doorgevoerd worden, dan ziet Van Schijndel mogelijkheden voor NOC*NSF om misschien zélf de rechten van bepaalde sporten te kopen. “Het is sowieso goed als NOC*NSF een vuist maakt voor het behoud van sport bij de publieke omroep. Nu ontstaat de kans op een versnipperd landschap. De sportfan weet straks niet meer waar hij of zij moet zijn. NOC*NSF zou een mediapartner kunnen zoeken, of zelf een online platform inrichten, waar de sportrechten op één plek samenkomen. Dat zou wel veel voeten in de aarde hebben en het moet gefaseerd worden ingevoerd, omdat veel rechten nog vastliggen.”
Foolen ziet eveneens kansen voor een nieuw platform, maar denkt vooral dat sport en sportbonden open moeten staan voor verandering en innovatie. “Sporten moeten ook naar zichzelf kijken en indien nodig samen met mediapartijen aanpassingen doorvoeren. In de VS kort de NFL de reclameblokken in en de NBA maakt het mogelijk het vierde kwart van een wedstrijd te bekijken voor een laag bedrag om aan de wensen van hun doelgroep te voldoen.”
Een sport die het totaal anders heeft aangepakt is cricket. De International Cricket Council (ICC) beschikt, door de verkoop van televisierechten, over substantiële financiële middelen en ‘subsidieert’ de aangesloten bonden flink. De ICC streeft wereldwijde popularisering van de sport na en helpt de ‘kleinere’ landen bij hun inhaalslag op de grotere. Zo kan Nederland dankzij plaatsing voor de ICC Cricket World Cup Super League rekenen op minimaal een miljoen euro aan extra inkomsten. Cricket is weliswaar een enorm populaire sport – waar bovendien veel geld in omgaat -, maar het toont wel aan dat er alternatieven zijn.
'De mogelijke bezuinigingen bij de NPO bieden naast uitdagingen, ook zeker mogelijkheden'
De mindere zichtbaarheid van sport op televisie kan ook een overweging zijn voor bedrijven om minder geld te besteden aan sportsponsoring. Van Schijndel: “Neem Jumbo als voorbeeld. Rondom de Tour de France en de schaatswedstrijden komen zij met activaties en campagnes. Wat als ze hun reclames niet meer kunnen uitzenden via de NPO? Hetzelfde geldt voor Univé, dat zich voor en na uitzendingen van Studio Sport al jarenlang profileert als ‘Supporter van Sport’. Zij zullen hun marketingbudget in de toekomst wellicht op een andere manier besteden.”
Het is nog niet helemaal duidelijk hoe de plannen van het kabinet eruit gaat zien en in welke mate de NPO wordt gecompenseerd. Foolen denkt dat het desalniettemin een goed moment is voor organisaties en bonden om na te denken over hoe zij zichzelf profileren. "Goede prestaties van Nederlanders zullen altijd voor extra interesse van pers en publiek zorgen. Maar je kunt ook content om de sport heen maken om jezelf te onderscheiden. Ik vind Tour de Tietema een goed voorbeeld van een show die de sport, in dit geval wielrennen, dichterbij een doelgroep heeft gebracht die normaal gesproken niet een hele middag voor de tv naar een koers kijkt. De mogelijke bezuinigingen bij de NPO bieden naast uitdagingen, ook zeker mogelijkheden."
Headerfoto: Shutterstock.com