Heerlijk vooruitzicht. Je mag als topsporter naar de Olympische Spelen en wat er ook gebeurt: je mag er van het begin tot het einde bij zijn. Of je nu faalt of niet, of je nu op de eerste dag of halverwege wordt uitgeschakeld, wees welkom in het bruisende Tokio. En met je accreditatie mag je vrijwel alle stadions naar binnen en feest je na een bezoek aan een Olympische wedstrijd van een collega sporter lekker lang in het voormalige Heineken House, nu omgedoopt tot TeamNL Tokyo Center.
Want in plaats van direct huiswaarts te keren als je bent uitgeschakeld faciliteert het NOC*NSF met steun van de Nederlandse Loterij je een mooie hotelkamer in Tokio zodat je niet thuis op de bank en voor de televisie hoeft uit te huilen, maar je volledig op kosten van de bond en de nationale loterij kunt laven aan de verleidingen van Tokio. Toch mooi meegenomen. Niet bekend is af de uitgeschakelde sporters ook zakgeld krijgen, want Tokio is een dure stad.
En over vier jaar ben je er gewoon weer bij in Parijs, lekker vooruitzicht wel!
Natuurlijk, de Olympische Spelen zijn het hoogst haalbare als sporter. Je leeft en werkt er lange tijd naar toe, maar je weet ook: ik ga omdat ik goed ben, bij de wereldtop hoor en daarom moet presteren. Het is geen vrijblijvende schoolreis.
Het is niet realistisch om te denken dat iedere sporter ook daadwerkelijk kans maakt op een medaille, maar iedere topsporter moet streven naar het hoogste. En als het dan niet lukt om welke reden dan ook, kun je dan nog met goed fatsoen in Tokio blijven om de Spelen van dichtbij mee te maken? Moet je falen faciliteren?
Persoonlijk moet ik er niet aan denken. Met welk gevoel loop je rond in een Olympische stad, waar de Spelen doorgaan en waar jij geen deel meer van uitmaakt. Een sporter met een beetje gevoel in zijn of haar lijf denkt: wegwezen hier. Ik wil de stad verlaten waar ik niet tot presteren kom. Iedereen komt voor een medaille, maar ik, ik ben niet meer dan een toerist die van de zijkant toe moet kijken. Hoe andere sporters er met de buit vandoor gaan.
Maar nee, de meeste sporters roemen de Olympische sfeer, die willen erbij horen, die willen zoveel mogelijk wedstrijden zien. Want ja, en dat is typisch Nederlands; ik heb er recht op. Ik heb me vier jaar de pestpokken getraind, ja ik heb niet goed genoeg gepresteerd maar ik wil en zal erbij zijn.
En de winnaars dan, die mogen toch ook blijven? Ja en daar is iets voor te zeggen, maar feitelijk geldt voor hen hetzelfde: je hebt het top gedaan, schuif aan in zoveel mogelijk praatprogramma’s, laat je toezingen en bejubelen in het TeamNL Tokyo Center, laat je feliciteren door de Minister-President en de Koning en Koningin maar feitelijk heb je ook niets meer te zoeken in Tokio.
Laat je huldigen in je eigen dorp of stad, geniet van alle aandacht in je eigen vertrouwde omgeving! En hup, na een verdiende vakantie weer aan de slag, want het nieuwe seizoen wacht alweer. En je weet: je mag sowieso mee naar Paleis Huis ten Bosch, waar je hartelijk zult worden ontvangen door Koning Willem Alexander en Koningin Maxima.
'Hoe romantisch de gedachte ook is, een topsporter gaat niet naar een toernooi om vakantie te vieren'
En dan de vergelijking die criticasters direct als oneerlijk bestempelen: wat doen spelers van het Nederlands Elftal als ze zijn uitgeschakeld op het komende EK 2020?
Die vertrekken liefst dezelfde dag nog naar huis. Niemand die vraagt: ik wil blijven en zijn er nog kaartjes voor pakweg Zweden-België. Die snakken naar vakantie, je wilt terug, want er wacht straks weer een zwaar seizoen waarin je moet presteren. Daar zouden de sporters ook een voorbeeld aan kunnen nemen. Maar dan hoor je: nee, die vergelijking gaat mank, dat zijn veel verdienende en verwende sporters, niet te vergelijken met de deelnemers aan de Olympische Spelen die veelal rond moeten komen van de A-status uitkering.
Natuurlijk, de Olympische Spelen zijn fantastisch en natuurlijk is het maar weinigen gegeven om het podium te bereiken, maar hou als topsporter de eer aan jezelf. Uitgeschakeld en op naar huis. Want hoe romantisch de gedachte ook is, een topsporter gaat niet naar een toernooi om vakantie te vieren. Hoewel, het meest gedistribueerde attribuut in het Olympisch Dorp is het condoom. Benieuwd of deze ook beschikbaar zijn voor de atleten in het losershotel…..