‘Nederland: het sportiefste land ter wereld’ is de slogan waarmee NOC*NSF zijn sportagenda voor de komende tien jaar heeft geoormerkt. Met die ambitie wil de sportkoepel samen met andere partijen in de sportsector de Nederlander stimuleren tot meer sporten en bewegen. Deze ambitie moet ook bijdragen aan het vergroten van de sponsorbijdrage de komende jaren. NOC*NSF-directeur Marc van den Tweel: “Ik denk dat het verdienvermogen van TeamNL omhoog kan.”
Een van de eerste grote daden van Marc van den Tweel als opvolger van Gerard Dielessen als algemeen directeur van NOC*NSF is de Sportagenda 2032, tot stand gekomen na intensief overleg met de sport- en beweegprofessionals van NOC*NSF en de sportbonden. In die agenda ontvouwt de koepel zijn strijdplan voor de komende tien jaar. De ambities zijn niet gering: in 2032 moet Nederland “het sportiefste land ter wereld” zijn.
Het doel is 12 miljoen mensen structureel aan het sporten en bewegen krijgen. In een interview in het vakblad Sport & Strategie geeft Van den Tweel aan dat dit alleen lukt als álle sportaanbieders hun steentje bijdragen. “Nu sporten ongeveer 5,5 miljoen mensen bij verenigingen en ongeveer 5,5 miljoen in ander verband. Daar zit overigens ook overlap tussen. Veel mensen doen meerdere dingen tegelijk. Die 12 miljoen zal netto betekenen dat we 2- à 3 miljoen mensen extra aan het sporten moeten krijgen. Maar we moeten middel en doel wel uit elkaar houden. Wij willen het sportiefste land ter wereld worden; als het praktisch effect daarvan is dat de héle sector – de verenigingssport en het aanbod van de commerciële aanbieders – daar een boost van krijgt, is dat alleen maar mooi.”
Is het onderliggend doel ook meer sponsors voor TeamNL te trekken?
“Nee. Ik ben met al onze sponsors en met bedrijven waar we een band mee hebben of hopen te krijgen, wezen praten. Daar kwam sterk de vraag naar voren: Waar wil NOC*NSF met de Nederlandse top- en breedtesport naartoe, wat wil ze bereiken? Dat konden wij onvoldoende duidelijk formuleren. De Sportagenda 2032 is hier in zekere zin een antwoord op, en veel bedrijven blijken zich eraan te kunnen committeren. Een deel wil vooral investeren in fondsen voor de absolute top. Maar er zijn ook bedrijven, zoals Rabobank, die zeggen: ‘Wij werken liever op verenigingsniveau.’”
“Ik denk wél dat het verdienvermogen van TeamNL omhoog kan. Door de waarden van sport en waar we met de sport naartoe willen nadrukkelijker in de etalage te zetten. Als je structureel de aandacht kunt vestigen op hún merk en onze prestaties en ambities, maak je het voor een bedrijf interessanter om zich met sport en TeamNL te verbinden.”
'De motiverende en mobiliserende werking van topsport, de synergie met breedtesport, kan een stuk beter en daar willen we ook echt op inzetten'
Moeten topatleten maatschappelijk niet veel meer aanwezig zijn? Laat ze het land intrekken, clubs en verenigingen bezoeken. Niet alleen uit wederdienst voor de stipendia en de jarenlange (financiële) begeleiding, maar vooral om hun bekendheid te gebruiken om het belang van sport en bewegen dieper te laten indalen.
“Met die ideeën stoeien we nu. Een deel van de atleten wil dat ook graag of doet dat al. Begin mei hadden we hier de Papendal Open, met 6.000, 7.000 bezoekers. Topatleten gaven workshops en gingen met kinderen sporten. En bij de Olympische Spelen vorig jaar hadden we in Scheveningen het Olympic Festival, waar bijvoorbeeld judoka Roy Meyer fantastische verhalen vertelde. Zoals ik vroeger in de Dordogne naar de radio luisterde en dacht: Ik moet een fiets kopen, zo zijn er nu ongetwijfeld mensen die naar Roy hebben geluisterd en zich voornamen: Ik ga een vechtsport doen. Die motiverende en mobiliserende werking van topsport, de synergie met breedtesport, kan een stuk beter en daar willen we ook echt op inzetten. We moeten het alleen nog wel doen.”
Ook dát zal sponsors trekken.
“Onze ambitie is ook om de sponsorbijdrage de komende jaren te vergroten. Maar om de Sportagenda 2032 waar te maken, is veel meer geld nodig. Dat red je niet met 10-, 20 miljoen extra inkomsten, daar zijn diepte-investeringen op lange termijn voor nodig en die zullen uit vele bronnen, lees ook Den Haag, moeten komen.”
Foto in tekst: NOC*NSF
Lees het hele interview met Marc van den Tweel in het julinummer van Sport & Strategie. In het vakblad gaat de algemeen directeur van NOC*NSF ook in op de totstandkoming van de ambitie om het sportiefste land ter wereld te worden en over de lobby van de sportsector richting politiek Den Haag om (veel) meer in sport en bewegen te investeren. Bestel het vakblad via de button hieronder of word abonnee.